zondag 10 juni 2012

Glaswerk


Champagne, bier, cognac, wijn enzovoort hebben allemaal een ‘eigen’ passend glas, specifiek om de karaktereigenschappen van die ene drank het best tot zijn recht te laten komen. Je drinkt immers ook geen bier uit een koffiekopje! Maar wat is nu eigenlijk een whiskyglas?

Meest gebruikt, zeker in de horeca, whisky is de zogenaamde Tumbler; een breed cilindervormig glas met een dikke voet. En heel veel mensen denken dat het zo ‘hoort’. “Dít is toch een whiskyglas?” vragen ze als je hen erop aanspreekt. Helemaal verkeerd is het ook niet en in vrijwel iedere film of tv-serie waarin whisky wordt geschonken zie je weer zo’n tumbler in beeld komen.

Een tumbler, ideaal voor whisky 'on the rocks'
De Tumblers zijn prima om whisky te drinken, niet om te ‘nosen’ (ruiken). En wanneer je je whisky met ijs wil drinken (gatver!) is een tumbler heel geschikt. Het glas is gemakkelijk vast te houden en dankzij de dikke en brede voet valt ‘ie ook niet zo gemakkelijk om. De tumbler is meer bedoeld voor ‘sociaal’ drinken, bijvoorbeeld op feestjes en verjaardagen, of in het café.


Libbey snifter


Om een glas whisky goed te kunnen beoordelen op de geur is het juiste glas van belang. Het glas moet eigenlijk een beetje een tulpvorm hebben: breed aan de onderzijde en smaller bovenaan. Hierdoor worden de geuren als het ware een beetje gebundeld richting de neus gestuurd. Een klein cognacglas of een klein wijn- of portglaasje is wel geschikt. En sinds een tijdje zijn de zogenaamde ‘snifters’ in zwang geraakt bij whiskyproeverijen: een klein tulpglaasje op een klein voetje met een steeltje. Dit heeft wel een goede maat voor whisky en een goede tulpvorm voor de geuren.





Ondanks dat whisky al heel lang en wereldwijd gedronken wordt is er pas sinds een jaar of tien (vanaf 2001 om precies te zijn) een écht whiskyglas op de markt: het zogenaamde Glencairn glas. Dit glas is een beetje een mix tussen een snifter en een tumbler: de maat en de tulpvorm van de één, de dikke glazen voet van de ander.

Het verhaal gaat dat mensen uit de whiskyindustie bij Schotse glasfabrikant Glencairn het verzoek hebben neergelegd om nu toch maar eens een goed glas te ontwikkelen die voor zowel de professionals als de consumenten. Nadat er een ontwerp gemaakt was en goed bevonden verdween de schets in een lade…  Pas een jaar of vijfentwintig (!) later, toen de ontwerper (Raymond Davidson) was overleden en iemand zijn bureau ging opruimen, kwam het ontwerp weer boven water. Firma Glencairn ging hiermee weer langs de mensen uit de industrie die er verstand van hebben (de masterblenders) om te vragen of er nog behoefte aan een speciaal whiskyglas was. Dat was er, de schetsen werden weer getoond en de enige opmerking was dat het glas ietsje groter moest worden… Aldus geschiedde, en langzamerhand zie je dit soort glas veel op proeverijen.

De meningen over het Glencairnglas zijn wat verdeeld, de één vindt de dikke voet maar niks en heeft liever een voet met een steeltje, de ander vindt het glas te dik. Persoonlijk vind ik het wel een fijn glas en door de dikke zware voet valt het glas ook niet zomaar om. Naar mijn mening is het ‘the best of both worlds’.