Regio's

De Schotse berglanden zijn – zoals de meeste gebergten in Europa - ontstaan door tektonische bewegingen. Tijdens de Caledonische plooiing werden de hooglanden van Noord-Ierland, Schotland en Scandinavië opgestuwd.

Binnen het Schotse grondgebied zijn de bodems verschillend. Deze verschillen in de bodems vinden we terug in de verschillen tussen de whiskyregio’s. Elke regio heeft dus zijn min of meer specifieke invloed op de eigenschappen van de whisky. De grootste regio’s zijn de Highlands, de Speyside, de Lowlands, Islay, Campbeltown en de Islands. Om officieel als regio geregistreerd te worden moeten zich minimaal 3 distilleerderijen bevinden. Dit was de reden voor fam. Mitchell om in de stad Campbeltown een nieuwe distillery te bouwen met de naam Glengyle, zodat hier naast Springbank en Glen Scotia een derde distillery actief is waardoor Campbeltown een aparte regio vormt.
De indeling van de regio's vormt onderwerp van discussie. Volgens de SMWA (Scotch Malt Whisky Association) vallen de eilanden onder de Highlands. Ik hanteer de indeling volgens Whiskybase waarbij de eilanden een aparte regio vormen.

Indeling volgens Whiskybase

De Highlands

De Highlands zijn zeer bergachtige en onstuimige gebieden met veel verschillende heldere beekjes, met heide begroeide heuvels en de bekende groene Schotse valleien. Ze worden onderverdeeld in sub regio’s zoals Northern Highlands, Eastern Highlands en Perthshire. De locatie van een distilleerderij wordt dikwijls bepaald door een rivier of beekje. We geven een korte opsomming van enkele hoofdeigenschappen van de malt-whisky’s van de verschillende sub regio’s.

Northern Highland Malts - Vol van smaak, hebben een zilt tintje en smaken zoeter. Ze kunnen zeer uiteenlopende en subtiele karakters vertonen, met een rijke zachtheid, volheid, maar tegelijkertijd kunnen ze eenvoudig een droge "peatyness" (grondsmaak) of een delicate geur vertonen. Whisky uit het noordelijk deel van de Highlands wordt dikwijls gekenmerkt door een hoge intensiteit met subtiele eigenschappen, soms droog, licht rokerig.

Western Highland Malts - Het gebied tussen Oban en Fort William produceert zachte en volle malts, soms rokerig en peperig. De smaak varieert enorm met de leeftijd. Het is altijd een regio geweest waar weinig distilleerderijen gevestigd waren. Op dit moment zijn alleen Oban en Ben Nevis nog operationeel.

Eastern Highland Malts - Komen van de regio tussen de Noordzee en Speyside. Veelal "full-bodied" neigen zij naar een droge, geurige en zoet-fruitige smaak, gecombineerd met een tikkeltje rokerigheid.

Perthshire Malts - Hoewel afkomstig uit de Highlands, sluiten het best aan bij de Lowlands. Ze zijn meestal middelmatig-zoet, zuiver van smaak, met een fruitige, weinig complexe en lichte "body". Ze kunnen dus best gesitueerd worden tussen Lowland en Speyside. Op dit moment zijn de volgende distilleerderijen operationeel: Glenturret, Blair Athol, Tullibardine, Glengoyne, Edradour. De laatst genoemde is de kleinste distilleerderij van Schotland. Dit gebied wordt ook wel eens omschreven als de Central Highlands of de Southern Highlands.

De Speyside

Speyside Malts - Eigenlijk onderdeel van de Highlands, maar altijd apart genoemd vanwege het grote aantal distilleerderijen. Bijna de helft van alle Schotse distilleerderijen staan in de Speyside. Met zijn overvloedige voorraad vers water, gerst en turf heeft de Speyside alles in huis om een mooie Malt Whisky te distilleren. De distilleerders in deze streek maken veel gebruik van ondergrondse waterbronnen. De zuiverheid van dit water draagt bij aan de kwaliteit van het eindproduct. Het water stroomt in dit deel van Schotland veel langer over granietheuvels, wat de whisky een aparte frisheid geeft. Speyside Malts zijn de fleurigste, zoetste en mildste whisky's van Schotland, en danken hun smaak aan het mildere klimaat waardoor er veel grassen groeien in het gebied en er vrij veel zon is. Deze whisky's lijken echte 'zomer'-whisky’s zoals Glenrothes, Aberlour, Balvenie, Glenfiddich, The Glenlivet, Glen Grant, en Macallan, exclusief op sherryvaten gerijpt. Hoewel ze niet zoveel "body" hebben als sommige Highland Malts zijn hun smaken en geuren rijker, complexer en vooral fruitiger. Af en toe duikt er een honingsmaak op. Ze hebben een licht rokerige en een fruitige droge smaak.

De Lowlands

De Lowlands zijn vrij vlakke landbouwgebieden in het zuiden van Schotland, waarin ook steden zoals Edinburgh en Glasgow liggen.

De Schotse laaglanden worden ook wel de Gardens of Scotland genoemd. Er zijn geen granietheuvels, waardoor het water eerder zacht is. Er bevindt zich weinig turf, waardoor de karakteristieke 'turf-smaak' dikwijls ontbreekt in de malts. De gebruikte turf heeft wel een heel subtiel karakter. Wel aanwezig zijn de grote hoeveelheden gerst van goede kwaliteit en zuiver water. De laaglanden zijn dan ook verantwoordelijk voor lichte malts met fruitige kenmerken. Opvallend is dat in de laaglanden een aantal distilleerderijen kiezen voor een drievoudige distillatie. Dit is vrij ongebruikelijk aangezien tweevoudige distillatie overheerst in Schotland. Het betreft Rosebank en Auchentoshan. De laatst genoemde is samen met Glenkinchie en Bladnoch op dit moment nog de enige operationele distilleerderij in de laaglanden.

Lowland Malts - Zijn droog, als ze vergeleken worden met hun collega's van de Highlands, en hoewel soms vrij alhohol-achtig, zeer lichte whisky's met minder onderlinge verschillen. Ze zijn mild van aroma en smaak, en het grassige van de gerstemout wordt niet gemaskeerd door andere invloeden. Lowland Malts hebben een zoetere, zachtere smaak dan de Malts uit andere streken. De meeste Lowland Malts worden met heel weinig turf bereid. Een van de mooiste Malts uit dit gebied is Glenkinchie, een iets droge, rokerige Malt Whisky.

Campbeltown

De zeelucht van het schiereiland Mull of Kintyre, waarop het stadje Campbeltown ligt, geeft de Malts van deze streek een speciale, zilte smaak. Zo merk je bijvoorbeeld bij de Springbank-malt whisky (een distilleerderij die nog steeds in handen is van de oudste distilleerdersfamilie, de Mitchell’s) een duidelijke lichte zoutige toon. Als het al mogelijk zou zijn de Campbeltown whisky's tegenwoordig te catalogeren, dan moeten ze tussen de Lowlands en de Highlands vallen wat droogheid betreft, maar ze vertonen een uitgesproken rokerig karakter met een goede "body" en een zoute toets.

Ooit was dit het centrum van de whisky-industrie in Schotland, met meer dan 20 distilleerderijen. De Campeltown whisky was erg populair tijdens de Amerikaanse drooglegging in de jaren 20 van de negentiende eeuw, en werd op grote schaal gesmokkeld. Na de hoogtijdagen volgde echter economische neergang. Op dit moment zijn er nog slechts drie distilleerderijen: Springbank, Glengyle en Glen Scotia. De eerst genoemde is ook verantwoordelijk voor het merk Longrow en Hazelburn, Glengyle is bekender onder de naam Kilkerran.

Islay

Met een lengte van 40km en een breedte van 24km is dit het grootste whiskyeiland. Islay whisky’s bieden een combinatie van zout, turf, zeewier en zilt. Ze zijn het rokerigst van alle whisky’s, en zeer goed herkenbaar aan hun medicinale geur, welke veroorzaakt wordt door de zoute zeewinden die hun jodiumtinten tegen de rijpende vaten blazen. Het zijn ook de zwaarste whisky’s, met heel sterke turfsmaken en een zeer “peaty” karakter. Hun smaken worden dikwijls gerelateerd aan de herfst. Het wordt wel eens gezegd dat wie een Islay drinkt, de Schotse bodem proeft. De acht distilleerderijen op dit 'Malt-eiland' produceren totaal verschillende Whisky's. Aroma en smaak worden nadrukkelijk gekenmerkt door de invloed van turf, zeewier en jodium.

De ‘peaty’-smaak van de whisky’s is historisch gegroeid : turf was hier lange tijd immers de enige brandstof. Ondertussen hebben ook andere brandstoffen het eiland bereikt, waardoor er een grotere variëteit is ontstaan in de Islay whisky’s. Zo heb je Laphroaig, Lagavulin, Kilchoman en Ardberg die nog steeds zware turfwhisky’s produceren, terwijl Bowmore en Coal Ila een veel lichter karakter hebben (alhoewel ze nog steeds zeer robuust en minder speels gedronken worden). Er komen ook fruitige en relatief zachte whisky’s voor. Voorbeelden hiervan zijn Buhnahabhain en Bruichladdich. De enige nog niet genoemde distilleerderij is Port Ellen. Deze heeft de distillatie echter stopgezet en produceert enkel nog mout voor alle distilleerderijen op het eiland.

The Islands

Naast Islay, worden een aantal eilanden dikwijls samen gecatalogeerd als ‘Islands’. Het gaat hier om de westelijk gelegen eilanden voor de Schotse kust. De belangrijkste zijn Skye, Arran, Jura, Mull en Orkney. De hier geproduceerde whisky’s zijn doorgaans zwaar en peaty, met een zeer rokerige neus en afdronk. Ze schipperen doorgaans tussen Highland whisky’s en Islay whisky’s.

Arran - Dit eiland geeft haar naam door aan een single malt whisky met hoogstaande verwachtingen.

Jura - Jura staat bekend om malt-whisky's die niet erg geturfd zijn, maar wel zout.

Lewis – Gestart in 2008 en de meest westelijke distilleerderij van Schotland in Uig op het Isle of Lewis, de Buiten-Hebriden. In 2001 kwamen de eerste whisky’s op de markt en voor het eerst in 170 jaar kwam er weer whisky van de Buiten-Hebriden. De whisky die hier gemaakt wordt heet Abhainn Dearg, wat iets als "Red River" betekend in het Gealic.

Mull – Dit enorme eiland heeft ondanks zijn grote whiskygeschiedenis toch maar één distilleerderij: Tobermory. Deze distilleerderij stookt 2 versies malt-whisky, namelijk Tobermory, die niet geturfd is en Ledaig die een zeer geturfde malt is, gerijpt op bourbon- en sherryvaten.

Orkney - De whisky van de Orkney Islands zijn de noordelijkste whisky's van Schotland. Deze whisky's lijken tot op een zekere hoogte op Islay's. Ze zijn vrij rokerig en complex, fruitig en zeker niet droog. Distilleerders hier zijn Highland Park en Scapa.

Skye – Skye-whisky’s worden gekenmerkt door een gerookte smaak, subtiel aangevuld met een vleugje peper. De enige distilleerder hier is Talisker.