maandag 26 maart 2012

Piet

Wie wel eens op een whiskyproeverij is geweest of zich wel eens op andere wijze mengt met whiskyfanaten merkt dat we regelmatig over een zekere Piet gesproken wordt. Zo vaak dat de vraag bij je opkomt: ‘wie is toch die Piet en belangrijker, wat doet ‘ie in mijn whisky?’

Piet is niet zozeer een ‘wie’ maar een ‘wat’. Piet is Engels en dan niet Pete maar peat, turf. Deze turf wordt gebruikt om de natte ontkiemende gerst te drogen om zo het kiemproces te stoppen. Gevolg hiervan is dat de rook in de gerstkorrels trekt en uiteindelijk zorgt voor een whisky met een rook geur en –smaak.

Van oudsher werd voor dit proces turf gebruikt, het is namelijk een goede brandstof, goedkoop en in Schotland ruim voorhanden.
Toen in de Victoriaanse tijd spoorlijnen werden aangelegd in de Hooglanden kwam ook de distributie van kolen op gang. Van belang voor de stoommachines en stoomtreinen, maar gaandeweg werden de kolen ook gebruikt voor het drogen van de malt.
Als eerste in de Lowlands en de Speyside regio waar de kolen via de Spey rivier zijn weg vond naar de distilleerderijen. Gevolg hiervan was dat de whisky’s uit deze regio’s veel zachter van smaak waren, wat de populariteit van deze whisky’s ten goede kwam. 
In de afgelegen gebieden zoals de Highlands en de eilanden zoals met name Islay duurde het veel langer voordat de kolen hier gemeengoed werden. Nog steeds komen de meeste peaty-whisky’s van Islay.

In de moderne huidige tijd is verbranden van turf geen noodzaak meer, het is eerder een gimmick geworden. Toch is peaty-whisky of geturfde whisky van belang voor de blenders. De meeste blends bestaan voor een groot deel uit whisky gestookt van granen zoals rogge of maïs met als gevolg dat deze graanwhiskies een vrij zoetige smaak hebben. Toevoegen van peaty-whisky in de blend zorgt ervoor dat de zoetigheid wat opgeheven wordt.

Peaty-whisky is tegenwoordig weer populair, zo populair dat tegenwoordig zelfs in de Speyside peaty-whisky gemaakt wordt. Verschillende distilleerderijen hebben zo hun eigen technieken om de peat-levels op te voeren. Zo wordt bij het drogen van de malt als eerste met wat vochtige turf gebruikt. Door het vocht in de turf ontstaat er meer rook, die zich dan ook goed aan de nog vochtige malt hecht. Pas na een paar uur, als het vochtgehalte zover gedaald is dat de rook zich niet goed meer hecht, wordt er weer met kolen of iets anders verder gedroogd.

De peatlevels (phenol) zijn in een laboratorium te meten en wordt uitgedrukt in ppm (parts per million), en maat die in de chemie veel gebruikt wordt. Hoe hoger dit getal, hoe peatier de whisky is.
Een ongeturfde malt heeft een peatlevel tussen 0 en 5 phenol. Dit is het natuurlijke phenolgehlate in de malt.
Bowmore gebruikt malt met een peatlevel rond de 25, Laphroaig zit rond de 40, Ardbeg ongeveer 50 en Port Charlotte zit rond de 60.
De kampioen is toch wel Octomore, die zit ruim boven de 100, de meest recente zit zelfs op 167!
Saillant detail: in de chemische industrie moeten vloeistoffen met meer dan 25ppm phenol als zwaar verontreinigd worden beschouwd!

Peaty-whisky onderscheid zich door een sterke rookgeur, beetje jodium-achtig, scherp en is dan ook zeker niet voor de fainthearted! Vergelijkingen met asbakken in een ziekenhuiswachtkamer of natte pleisters hoor je vaak langskomen wanneer het over peaty-whisky gaat. Klinkt vies maar is het niet.

Dus als iemand je een glaasje met Piet aanbiedt, weet je wat je verwachten kunt!  

donderdag 22 maart 2012

Hype (deel 1)

Verzamelen van whisky’s begint een vrij populaire bezigheid te worden, iets waar de verschillende distilleerderijen graag op inspelen door ‘speciale’ bottelingen uit te brengen, waar dan ook flink voor in de buidel getast moet worden.
Het heeft ook wel wat, zo’n speciale uitgave in een bijzondere verpakking maar uiteindelijk gaat het toch om de inhoud. En helaas valt dat soms toch tegen.

Ik heb me zelf ook al eens laten verleiden door zo’n ge-hypte whisky, het betrof de Earl Magnus serie van Highland Park. Het zou een serie van drie worden, een 12 jaar oude, een 15 jaar oude en als slotstuk een 18 jaar oude.

De eerste editie, de 15 jaar oude Earl Magnus op vatsterkte gebotteld en in een leuke verpakking (soort van houten kistje), kwam in december 2009 op de markt in een oplage van circa 5.000 stuks. Prijs hiervoor: € 55,- Op zich niet verkeerd, gezien de leeftijd en het feit dat ‘ie op vatsterkte gebotteld is.
Door een beetje toevalligheid kon ik er twee kopen, één om te bewaren tot de serie compleet is en één om op te drinken. Jammer genoeg viel de inhoud toch wat tegen, qua geur niet erg bijzonder en erg bitter qua smaak. Klein beetje water toevoegen helpt niet.

De tweede uit de serie, de 12 jaar oude Saint Magnus kwam in december 2010 op de markt. Ook bij Highland Park was men zich bewust geworden van de populariteit van de 1e editie (ondanks de ‘kwaliteit’) want deze moest maar liefst € 85,- kosten! En dat voor een oplage van circa 15.000 stuks. Eigenlijk een belachelijke prijs maar… desondanks toch maar weer twee gekocht. Zoals hierboven al staat: ik heb me laten verleiden.
De kwaliteit was geen verbetering ten opzicht van de eerste editie: opnieuw erg bitter.

De derde uit de serie, de 18 jaar oude Earl Haakon kwam in 2011 op de markt, oplage circa  3.000 stuks, prijs: € 180,- Ik heb deze, gezien de ervaringen met editie 1 en 2, niet gekocht. Desondanks was deze editie wereldwijd snel uitverkocht! Volgens diverse recensies op het web zou er  weinig verschil zijn met de ‘standaard’ 18 jaar oude botteling, het enige verschil is dat de Haakon op vatsterkte gebotteld is.

Overigens, in het najaar van 2011 zagen we in het KaDeWe in Berlijn de 12 jaar oude Saint Magnus staan in een speciale etalage voor een prijs van maar liefst € 280,- !!!  Daar heb ik dus € 85,- voor betaald.

In de loop 2012 komt Highland Park weer met een nieuwe serie voor de verzamelaars: Thor. Een 16 jaar oude single malt, op vatsterkte gebotteld en in een mooie fles in een mooi houten kistje in de vorm van een viking longship. Richtprijs… € 160,--.
Daar doe ik dus mooi niet meer aan mee.

woensdag 14 maart 2012

De kast

Probleem met verzamelaars is altijd: waar laat je het spul. Als je postzegels verzamelt is het nog wel te overzien maar op een bepaald moment is het ene boek vol, en begin je dan aan een ander boek? Of ga je dan de verzameling ‘herschikken’, of begin je dan iets specifiekers te verzamelen?

Een whiskyverzameling neemt natuurlijk veel meer ruimte in, maar het probleem blijft hetzelfde. Óf je begint met een grote kast (waarbij je een tijdje tegen een half lege kast aan kijkt) óf je begint met een kast die je steeds verder kunt uitbouwen als die vol staat.

Ik heb de verzameling in een Ikea kast staan. Het model weet ik niet meer, ik weet wel dat het model inmiddels niet meer in de handel is dus verdere uitbreiding van de kast zit er niet in. Oorspronkelijk was de kast gevuld met boeken en stond er een rijtje flessen bovenop. Maar op een gegeven moment stonden ze bovenop 3 rijen dik en dus werd er een vak leeggemaakt. Gaandeweg zijn de boeken verplaatst en is vrijwel de gehele kast gevuld met flessen.

De kast bestaat uit 9 open vakken, één vak is nog in gebruik voor wat boeken en andere spullen en in één vak staan nog glazen, in de overige 7 vakken en op de bovenkant staat de whisky.

Het is nog niet helemaal duidelijk hoe het na de verhuizing zal gaan en of dan deze kast dan weer terug komt maar in principe wil ik de hele kast in gebruik nemen. Het kadert ook de verzameling ook mooi af: vol is vol!

Bovenop staat een rijtje Islay whisky, Ardbeg, Bowmore en Bruichladdich. In de twee vakken eronder eveneens Islay.

In het vak links van het midden staan whisky’s van de overige eilanden: Mull, Skye, Orkney, Arran en Jura.

In het middelste vak staan de whisky’s uit de Speyside, het gebied in de Highlands langs de rivier Spey.

Midden onder staan bij elkaar de whisky’s uit de Lowlands, Campbeltown en de Highlands. Als de gehele kast in gebruik wordt genomen dan krijgt ieder een eigen vak.

Links onder staan de blends en de vatted malts en rechts onder staan whisky’s uit de ‘rest van de wereld’ (o.a. Ierland, Engeland, USA, Japan en Nederland).


Mooi per regio gesorteerd, dat wel. Maar ik zit wel eens te denken: ´misschien beter per bottelaar alles bij elkaar zetten?´ Staat wel leuk, zo´n rijtje vrijwel dezelfde flessen bij elkaar, maar als je dan iets zoekt, zoek je je wezenloos.
Of op smaak of zo? De peaty whisky´s bovenaan en dan geleidelijk naar onderen naar de meer gesherryde whisky´s. Of zoiets? Op de één of andere manier kom je daar nooit helemaal goed uit, dus vooralsnog per regio en per merk bij elkaar. 

dinsdag 6 maart 2012

De verzameling: het idee erachter

Op het moment dat je iets gaat verzamelen zul je ook moeten bepalen wát je nou precies gaat verzamelen. In mijn geval whisky, maar dat is wel heel algemeen. Sommige verzamelaars verzamelen iets specifieks; bijvoorbeeld whisky van een bepaald merk, of uit een bepaalde regio, of van een bepaald jaar, of iets degelijks.
Zo’n idee zit er niet achter mijn verzameling. Misschien komt dat nog maar op dit moment niet.

Het is ook niet zo dat ik als doel heb de boel op een bepaald moment te verkopen om er een heleboel geld aan over te houden. Uiteindelijk gaan de flessen wel open en ook leeg.
Al is het wel zo dat ik een aantal flessen apart heb gezet om op een later tijdstip open te maken. Sommige zijn wel iets bijzonders maar de meest zijn gewone bottelingen, de enige reden dat ze apart gezet zijn is om ze te bewaren tot een later moment. Je maakt soms wel eens mee op een proeverij dat iemand met een fles uit de jaren ’80 of ’90 op de proppen komt. Dat is het idee, flessen van ‘nu’ te bewaren en over een aantal jaren tevoorschijn halen op een geschikt moment. ‘Oh, wauw! Een fles uit de jaren ’10, toen waren ze nog 70cl!’ Of zoiets…
Je hoort wel eens dat whiskies van ‘vroeger’ veel beter waren dan die van ‘nu’, en misschien zijn de whiskies van ‘nu’ wel veel beter dan die van ‘straks’.

Er staat ook een vrij ‘standaard’ Ardbeg Ten apart. Het idee hierachter is dat de Ardbeg distillery eind jaren ’90 weer in bedrijf gesteld is en het verhaal gaat dat in de gewone bottelingen vrij veel oudere whisky bij in zit om de gewenste hoeveelheid te krijgen. Nu de distillery weer gewoon in bedrijf is zal gaandeweg de oudere whisky minder gebruikt gaan worden en zal op een bepaald moment in de 10-jarige botteling ook alleen maar 10 jarige whisky zitten. En misschien gaat hierdoor de smaak wel iets achteruit. Gelukkig heb ik dan nog een ‘oude’ fles staan!

Maar misschien gaat dat ook niet werken, er wordt wel gezegd dat whisky niet rijpt op de fles maar de inhoud wordt wel ouder natuurlijk.
Op een proeverij kwam iemand eens met een Dalmore 10 jaar op de proppen, een botteling uit de jaren ’80. Op dat moment had ik zelf ook een Dalmore 10 in de kast staan, een recente  botteling. Het verschil was enorm!
Misschien is de vervlakking in de smaak al ingetreden maar misschien is het ook wel gewoon het gevolg van het verstrijken van de tijd.
Het schijnt zo te zijn dat een erg oude whisky een beetje een ‘maggie-achtige’ smaak krijgt, iets waar de oude Dalmore ook last van had.

De tijd zal het leren!

maandag 5 maart 2012

De verzameling: het begin

Mijn verzameling van whisky flessen is de laatste jaren flink gegroeid. Of moet ik zeggen: uit de hand gelopen...
Tuurlijk, je begint met één, dan komt er nog eens één bij, enzovoort. Maar vanaf welk punt ga je over van `een aantal flessen` naar ´een verzameling´?
Op dit moment staan er ongeveer 130 flessen in de kast. Er is nog wat ruimte over maar met 200 zit de boel toch echt wel vol denk ik. En dat houd ik ook maar aan als limiet, anders loopt het helemaal uit de hand... En dan wordt het een kwestie van ´eerst één opmaken, dan een nieuwe erin´.

Terugdenkend is het in 2007 pas echt begonnen. Daarvoor dronk ik wel eens een blend (Famous Grouse) en af en toe een single malt, en ik had een handjevol flessen in huis. Een stuk of 5, maximaal denk ik.
In het najaar van 2007 kreeg ik een ongelukje met mijn motor en kwam ik een paar weken thuis te zitten met een knieblessure. En in die tijd kwam er wel eens iemand langs met een flesje onder het motto ´bij jou hoef ik niet met een fruitmand aan te komen´. En toen ging het mis... aan het eind van het jaar had ik zo´n stuk of 10-15 flessen staan, allen weer met een andere smaak.
Vanaf dat moment ben ik me er meer in gaan verdiepen en is de verzameling gaande weg uitgebreid tot de omvang die het nu heeft.

Op dit moment gaat het aankopen toch iets sneller dan het opdrinken, dus de verzameling groeit nog steeds. Ik probeer het aantal open flessen zo rond de 50 te houden. Niet dat de whisky er zoveel in kwaliteit erop achteruit gaat als een fles open is geweest, maar echt goed is het toch niet. Mijn vriendin Agnes maakt er wel eens opmerkingen over:´Koop je een fles, gaat die gewoon in de kast en blijf je een hele tijd tegen die gesloten fles aan kijken´. Tja, ik denk dan: ´Waarom deze meteen open maken? Er zijn al zoveel open flessen, keus is er al genoeg´.

En is dat nou zo veel? Hmm, alles is relatief. Kijk hier maar eens, deze verzamelaar heeft er een stuk of 600, dan ben ik nog maar een amateurtje.