donderdag 12 maart 2015

Sigaren workshop door Ria Bos, proeverij rum en whisky, 8-03-2015



De workshop werd gegeven door Ria Bos, één van de weinige sigarenmakers in Europa die een sigaar met de hand kan maken zeker de enige vrouw die dit ambacht nog beheerst! Uiteraard is Ria afkomstig uit de regio Kampen, om precies te zijn IJsselmuiden. Ze is haar carrière begonnen bij Oud Kampen (later Ritmeester) om via Olifant als zelfstandige verder te gaan, mede ingegeven door de strenge wetgeving omtrent reclame van rookwaren.



Eerst kregen we het verschil uitgelegd tussen long-fillers en short-fillers. Bij een long-filler bestaat het binnenwerk van de sigaar uit hele tabaksbladeren, bij een short-filler bestaat het binnenwerk uit korte stukjes, als een soort shag. Dit is ontstaan doordat vroeger, in het VOC-tijdperk, de bladeren vanuit Nederlands-Indië per schip naar Nederland getransporteerd werden. Door het rollen van het schip braken de droge bladeren in kleine stukjes. De vochtige bladeren bleven heel zodat hier het omblad van gemaakt kon worden. Short-fillers zijn eigenlijk uit noodzaak ontstaan.




De workshop beslaat het maken van een longfiller. De eerste handeling is het strippen van de bladeren, dit wil zeggen: de harde kern eruit halen. In deze kern zit het grootste deel van de nicotine in een tabaksblad. Door het blad met de punt naar beneden te houden kun je iets boven het midden een scheurtje in de kern maken en dan naar beneden trekken, bij een vochtig blad trek je dan in één keer de kern eruit. Tien tot vijftien bladeren zijn nodig voor een (flinke) sigaar.



Vervolgens vouw je de bladeren harmonica-gewijs op tot de gewenste omvang bereikt is. Vervolgens rol je er diagonaal een blad omheen (goed strak) en lijm je deze met arabische gom vast. De puntjes van het binnenwerk knip je er van af, in één keer met het omblad met een speciale knipper.





Vervolgens voel je aan de sigaar welke kant het stevigst is, dit wordt dan de mondzijde, de zachte kant moet de vuurzijde worden omdat deze het eerst verdwijnt (letterlijk in rook opgaat). Dan gaat er een tweede omblad omheen, beginnend met de vuurzijde, ook weer diagonaal en zo glad en strak mogelijk. Het uiteinde weer met arabische gom lijmen en in een puntje draaien.

Close..., but no Cigar!


Dan moet de vuurzijde recht afgeknipt worden en het puntje aan de mondzijde ingekort worden, hier lijm je dan een rondje uit een tabaksblad overheen en klaar is de sigaar! Bijna dan.




Voor een goed eindresultaat moet de sigaar eerst ongeveer een week drogen. Om in een later stadium op te roken moet deze in een Humidor bewaard worden.

Als je het zo opschrijft lijkt het heel makkelijk maar in de praktijk valt het flink tegen. Het begint al met het strippen van de bladeren; als ze te droog zijn scheuren ze heel makkelijk. Dan het vouwen, het valt niet mee om een mooi compact pakketje te maken. En dan het rollen… het omblad scheurt echt heel makkelijk, en doe je te voorzichtig dan wordt de sigaar niet stevig genoeg. Voordeel van zo’n workshop is dat je nu wel snapt waarom (grotere) sigaren zo duur zijn. Experts (zoals Ria) maken er één per twee minuten, wij waren er een hele middag mee zoet!


En ondertussen werd er door Richard ook het nodige lekkers geschonken. Eerst drie keer een rum, te beginnen met een Legendario Elixer. Erg zoet en stevig van smaak. Geen doordrinker maar meer één voor na het eten. Of voor bij een sigaar.


De volgende was een Mount Gay XO, minder zoet en meer een traditionele donkere rum. Minder uitgesproken dan de eerste.

De laatste rum was een Cubaan: Brugal 1888 Edicion Limitada, ook weer wat meer traditioneel, erg zoet en lekker kruidig.

Na de pauze kregen we drie whiskies te proeven. Te beginnen met The Corriemhor Cigar Reserve. Erg zoete single malt met veel sherry invloeden. Dit zoetige past erg goed bij een sigaar.

Daarna werd de Dalmore Cigar malt geserveerd. Mooie whisky speciaal door Richard "The Nose" Patterson gecreëerd om bij een sigaar op te drinken. Veel sherry invloeden weer.



De laatste is wat afwijkend; Bowmore Small Batch bourbon cask. Beetje rokerig uiteraard, vanille uit de bourboncask gaat ook goed samen met een sigaar. Na de zoete rums en sherry-bommen is dit erg verfrissend.

Al met al een erg leuke workshop. Met een aantal heren van een club die al flink hadden zitten innemen en een dame die een workshop sigaren maken geeft liggen de dubbelzinnige opmerkingen voor de hand (“ik kom zo bij je om te kijken of je sigaar niet te slap is…”) enzovoort. Sommigen hadden zo’n enorme sigaar gemaakt, echt niet normaal! Met één van ø 2,5cm en lang 16,5cm. heb ik het nog bescheiden gehouden, maar eigenlijk gaat het nergens over, dit formaat…