dinsdag 22 oktober 2013

Proeverij KCWS 18-10-2013: Irish Potstill Whiskey

Ierse -mét de extra 'e'- whiskey dus. En dan zogenaamde Pot Still, wat min of meer het Ierse equivalent is van Single Malt.

In tegenstelling tot de meeste Schotse whisky wordt in Ierland vrijwel altijd drie keer gedestilleerd, er wordt gemoute én ongemoute gerst gebruikt en vrijwel geen turf. Ierse whiskey wordt in een columnstill (of Coffeystill) gemaakt of, net als Schotse malt whisky, in een Pot Still. In Schotland mag de columnstill alleen gebruikt worden voor de graan-whisky.

Door het 3 x destilleren krijgt de spirit een lichter karakter en doordat er dan ook meer contact is met het koper, wordt de spirit kruidiger en bloemiger van smaak. Ondanks dat er ongemoute gerst gebruikt wordt, is dit moutige niet terug te proeven in de whiskey.
Verder wordt er net als in Schotland ook wel mais, rogge en andere granen dan gerst gebruikt voor de whiskey, maar in tegenstelling tot Schotland wordt dit vaak niet vermeld op het etiket. Pot Still whiskey kan dus gemoute gerst bevatten, ongemoute gerst en ook andere granen.

Verder is een belangrijk kenmerk dat tegenwoordig de meeste Ierse whiskey in slechts vier destilleerderijen gemaakt wordt: New Midleton, Kilbeggan, Cooley's en Bushmills in Noord-Ierland. Veel oudere distilleerderijen zijn inmiddels gesloten en de merken bestaan nog wel, maar worden geproduceerd in één van de andere distilleerderijen.


New Midleton, eigendom van Irish Distillers in het zuiden van Ierland produceert merken als, Midleton, Jameson,Tullamore Dew, Paddy, Powers, RedBreast, Greenspot en Yellowspot.
Midleton Distillery

Kilbeggan in het midden van Ierland is produceert merken als Kilbeggan en Locke's.
Kilbeggan Distillery

Cooley's, ten noorden van Dublin, is bekend van merken als Kilbeggan, Greenore, Connemara en the Tyrconnell.
Cooley's Distillery

Old Bushmills in Noord-Ierland maakt alleen whiskey onder de naam Bushmills.
Old Bushmills Distillery
(hé, kennen we dat plaatje niet van de Ultimate etiketten? ;-))

In het uiterste zuid-westen van Ierland is in 2012 de Dingle Distillery gebouwd, de eerste whiskey hiervan zal vermoedelijk pas in 2018 op de markt verschijnen.
Dingle Distillery
Erg verwarrend dit allemaal; een handvol distilleries die whiskey maken onder verschillende namen, sommige distilleries zijn tegenwoordig een museum, merknamen die weer niets met de distillery te doen hebben. Zo wordt Tullamore Dew tegenwoordig gemaakt bij New Midleton, terwijl op de plaats van de oude Tullamore distillery tegenwoordig de Kilbeggan distillery staat, naast de oude John Locke distillery wat nu een museum is en een merknaam van Kilbeggan. Snapt u het nog?

Grappig verhaal: in vroeger dagen was er een handelaar, Paddy genaamd die rondtrok en whiskey verkocht aan cafe's. Het merk was Midleton, maar iedereen kende het bij de naam van de verkoper: Paddy. In de pubs begon men dan ook te vragen naar Paddy's whiskey. Dat liep zo goed, dat men bij Midleton op een bepaald moment toch maar Paddy als merknaam begon te gebruiken. En dat merk bestaat nu nog steeds.


Dan de proeverij.


In de line-up van vanavond alleen maar whiskey van Irish Distillers.

De eerste is de Greenspot. Op 40% en een prima indrinker voor vanavond. Opmerkelijk is de kruidigheid en toch nog wel vrij scherp qua smaak. Zou ongeveer 25% sherry vaten in verwerkt zijn.

De Yellowspot die volgt is veel zachter, ondanks de 46%. Ook kruidig en erg lekker. In de vatting bourbon, sherry en Malaga vaten.  Een toppertje.


Dan een serie-tje van 3 Redbreasts: de 12 jaar oude op 40%, dan de 15 jaar oude op 46% en de 12 jaar oude op cask-strength 57,7%. De eerst gaf een beetje schoonmaakmiddel in de neus, scherp en niet zo lekker, de tweede bevat duidelijk meer sherry in de vatting, erg lekker. De laatste op cask-strength is weer scherp.

Na enkele hapjes en een korte pauze ging het verder met Powers John's Lane, 12 jaar en op 46%. Zacht maar wel een beetje zurig qua smaak. Kan mij niet echt bekoren.

De laatste van de avond was ongeproefd gekocht in een whiskeyshop in Dublin, gebotteld vanwege het 10-jarig jubileum van deze shop; een Midleton 2001 12 jaar oude blend, op rumvaten gefinished. Toch viel deze wat tegen; scherp en vrij vlak qua smaak.



Al met al hebben de Yellowspot en de 15yrs Redbreast de beste indruk achtergelaten. Binnenkort in Dublin zelf maar eens op zoek...

zaterdag 5 oktober 2013

Proeverij 11-09-2013: the Ultimate

Een proeverij van een slijter deze keer, slijterij Zeewijck uit IJmuiden en met een vestiging in Santpoort organiseerde een en ander. Thema: the Ultimate. Niet zozeer vanwege de zoektocht naar de ultieme whisky, maar vanwege de 500e botteling van bottelaar The Ultimate, van Wees.



Onder leiding van vertegenwoordiger Jan Beek werd eerst een vermakelijke uitleg gegeven over het ontstaan van deze bottelingen en een korte geschiedenis van Van Wees.

En dan werd het eindelijk de eerst fles open gemaakt: Auchentoshan 2003.

Kleur: licht geel.

Neus: licht, honing, fruitig en bloemig, gras.

Smaak: scherp, weer fruit en bloemen en een beetje brood/ maltig.

Finish: matig.

Conclusie: een matige whisky, prima om de avond mee te beginnen maar geen hoogvlieger: 70-75/100

Tijdens het proeven werd door Jan Beek een en ander verteld over hoe te proeven en wat feitjes en weetjes van deze Lowland distillery, eigendom van Suntory uit Japan.

(pssst! De distillery op het etiket is Bushmills!)

Nummer twee dan: Craigellachie 2002.

Kleur: licht goud.

Neus: zacht, zoet, vanille en fruit. Na verloop van tijd steeds beter, naar botercakedeeg.

Smaak: zoet, noten, appeltaart/ botercake.

Finish: beter dan de Auchentoshan. Later op de avond steeds meer neigend naar een warme botercake qua smaak en geur, heel bijzonder.

Conclusie: wel bijzondere ontwikkeling in de geur: 75-80/100


Craigellachie uit het gelijknamige dorp produceert hoofdzakelijk voor de blends, het aantal distillery-bottelingen is dan ook zeer klein. Eigendom van Diageo.


Nummer drie: Benrinnes 1995.

Kleur: licht goud.

Neus: in eerste instantie plastic, later meer fruitig.

Smaak: scherp, niet erg uitgesproken. Van een 17 jaar oude zou je meer verwachten.

Finish: matig. Er zijn veel betere versies van Benrinnes in de handel.

Conclusie: een matige whisky: 70-75/100


Opnieuw een Diageo-distillery die hoofdzakelijk voor de blends produceert.



Na de pauze nummer vier: Glenburgie 1995.

Kleur: licht goud.

Neus: leer, fruitig en citrusvruchten.

Smaak: erg smaakvol.

Finish: zoet en vrij lang.

Conclusie: Een prima uitvoering van deze vrij onbekende distillery: 80-85/100


Eigendom van de Chivas-groep deze distillery, en als gezegd vrij onbekend.



Nummer vijf: Ben Nevis 1992.

Kleur: goud.

Neus: eerst weer vrij scherp, later beter. Beetje landbouw geur, leer, muf, noten en maggie.

Smaak: Zoet, noten. Duidelijke sherrycask invloeden.

Finish: zoet en vrij lang. Erg lekker.

Conclusie: We zijn deze zomer min-of-meer toevallig op bezoek geweest bij deze distillery en de standaard 10yrs beviel erg goed. Deze ook: 80-85/100

Zie het bericht over het bezoek deze zomer.



De een-na-laatste: Longmorn 1996.

Kleur: donker mahonie.

Neus: zoet, noten, rozijnen etc. Sherry-bom.

Smaak: scherp, koffie, noten, zoet, chocolade, rozijnen; the works.

Finish: zoet en vrij lang. Heel erg lekker.

Conclusie: Ongelooflijke dikke sherry-bom, deze hoort in de ere divisie thuis: 90-95/100

Erg gewild deze Longmorn, vooral 'zustervat' nr. 72315 wordt veel gezocht, en laat ik die nu ook in de kast hebben staan.




De allerlaatste: Isle of Jura 1989.

Kleur: goud.

Neus: licht rokerig, vanille.

Smaak: zoet, vanille, rook.

Finish: scherp maar toch lekker.

Conclusie: Goede versie van deze licht geturfde Jura: 75-80/100.



Erg leuke avond! Lekker dichtbij huis en met Agnes en Jeroen op de fiets. Na afloop nog een flinke tegenvaller in de vorm van een regenbui.
De hele avond werd op een erg leuke manier aan elkaar gepraat door dhr. Jan Beek, met leuke feitjes en weetjes. Na afloop een Longmorn en een Craigellachie mee naar huis genomen. Lekker!