maandag 24 augustus 2015

Ruimtevaarders krijgen Japanse whisky

Berichtje in het nieuws vandaag (24-08-2015):



De bewoners van het internationale ruimtestation ISS hebben vijf dure flessen Japanse whisky ontvangen. Maar ze mogen er geen druppel van drinken.

Whiskystoker Suntory wil in de ruimte onderzoeken hoe de sterke drank rijpt in gewichtloze toestand. De Japanse fabrikant heeft juist nu vijf varianten van zijn whisky gestuurd omdat een Japanse astronaut aan boord is.

De vijf flessen worden op een plank in houders gezet waar ze een tijd zullen staan voordat ze weer terugkeren naar de aarde. Dan wordt onderzocht wat het effect is geweest op het rijpingsproces. Het is onduidelijk of Suntory in de toekomst whisky wil stoken in de ruimte. 





Schotten

In 2012 stuurden Schotse whiskystokers ook een kleine voorraad naar het ruimtestation. De astronauten kregen ongerijpte whisky die nog gestookt moest worden op een beetje houtskool.

Het was voor het eerst dat in de ruimte sterke drank werd gemaakt.





Wat een ongelooflijke onzin! Om te beginnen rijpt whisky niet in de fles. Gewichtsloos of niet, zolang er geen contact is met hout rijpt whisky niet. Punt! 

En whisky stoken in de ruimte? Ten eerste: waarom zou je dat willen? Totaal niet praktisch natuurlijk, nog afgezien van de enorme kosten die het met zich mee zou brengen. En bij een lagere luchtdruk (en van uitgaande dat in het ISS een (iets) lagere druk heerst) kookt water bij een lagere temperatuur. Alcohol waarschijnlijk ook, dus dat effect zou wel eens interessant om te onderzoeken.

En dan het tweede deel van het bericht; "ongerijpte whisky die nog gestookt moest worden op een beetje houtskool"??? Hoe zit dat? Ongerijpte whisky bestaat niet. En dan stoken op een beetje houtskool??? Sinds wanneer gebeurt dat??? Duidelijk een onwetende journalist die dit stukje geschreven heeft waarmee weer onduidelijke mythen over whisky de wereld in geholpen wordt.... Zucht...


Kortom: een (geslaagde) reclamestunt van Suntory waar 'alle' journalisten weer intuinen.




maandag 15 juni 2015

Proeverij KCWS 22-05-2015: "Wondersticks"

Het fenomeen Wonder Sticks is een nieuwe en intrigerende aanvulling op de boeiende whiskywereld.
Dat de belevingsfactoren van whisky zoals kleur, geur, smaak, en afdronk, worden beïnvloed door zowel de ingrediënten als de verschillende fases van het proces behoeft geen verdere toelichting. Een van deze factoren is de houtrijping en dat is het gebied waar de Whisky Maniacs zich mee bezig houden. Uiteraard zijn zij niet de eersten maar ze hebben wel een bijzondere filosofie ontwikkeld en inmiddels ook in praktijk gebracht: het veredelen van whisky door gebruik van de Wonder Sticks, volgens speciaal procedé behandelde houtstaafjes. Eén en ander is geïnspireerd door een filmje op de site van ralfy.com. In deze video toont Ralfy enkele experimenten waarbij whisky onder andere veredeld wordt met hout.

Het programma bestaat uit een proeverij en een workshop.
Tijdens de proeverij wordt uitgebreid uitleg gegeven over de verschillende aspecten van houtrijping en ga je de verschillen proeven tussen 3 onbewerkte en 3 bewerkte whisky's. Leuk detail is dat de Whisky Maniacs speciaal voor KCWS recepturen hebben voorbereid en momenteel aan het testen zijn; het resultaat daarvan kun je tijdens de proeverij ervaren...
Na de proeverij ga je zelf aan de slag om een basiswhisky te voorzien van de Wonder Sticks, hetzij volgens bestaande receptuur hetzij naar eigen creativiteit. Uiteraard alles onder deskundige begeleiding van Mario en Martin.
Aan het einde van de avond ga je naar huis met je gewonderstickte whisky die, conform het voor jou geldende recept, nog enige tijd mag rusten en huwen.




Eerst de proeverij: 
We beginnen met een Glen Talloch. Een goedkope blend met een vrij groot gehalte aan graanwhisky, de reden waarom deze zo goedkoop is. Een vrij zachte en zoete whisky zonder uitgesproken geur of smaak, duidelijk gemaakt om zoveel mogelijk mensen te plezieren.



De volgende is dezelfde whisky maar dan bewerkt met staafjes Europees eiken Sherry, Port en Naturel voor een periode van 12 dagen. Sterkere geur, lijkt een beetje rokerig, veel kruidiger en meer diepte in de smaak. De geur van een houtzagerij. Een merkbare verandering, maar ik vind het niet echt whisky-achtig meer en het lijkt wel een heel ander soort drankje geworden. Niet per-sé een verbetering naar mijn mening.



Nummer drie is een Deanston Virgin Oak. Op zich een prima whisky, licht citrus, kruidig, beetje muffig en lichte zwaveltonen in de afdronk. Weinig uitgesproken qua smaak en geur.

Dan dezelfde Deanston maar dan 9 dagen bewerkt met Amerikaans eiken Sherry, Port, Cognac en Naturel. Veel kruidiger weer en ook hier een duidelijke verandering.



Hetzelfde recept maar dan met Europees eiken geeft weer een heel ander resultaat.
Europees eiken geeft een kruidiger resultaat, Amerikaans eiken maakt de whisky minder droog.



We halen hetzelfde truukje nog een keer uit met de Benriach Birnie Moss en als laatste proeven we het verschil tussen een onbewerkte Bowmore Legend en één die slechts 1 dag een stokje heeft gekregen; het verschil is opmerkelijk.


Opmerkelijk was ook dat op de proeverij bijna niemand de glaasjes leeggedronken heeft. Teken aan de wand?


Dan de workshop:
We hadden opdracht gekregen om allemaal een basic-whisky mee te nemen, mijn keus was gevallen op een standaard Bushmills 40%. Anderen hadden gekozen voor bijvoorbeeld Jonnie Walker black label, Glen Grants, Famous Grouse, Black & White enzovoort. Een kleine hoeveelheid uit deze fles ging in een kleiner flesje. Deels om een vergelijk te hebben met de bewerkte whisky maar ook om meer "lucht" in de fles te krijgen wat voor meer oxydatie moet zorgen.


Eerst moeten we een paar vragen beantwoorden, hieruit volgt dan je gewenste combinatie:

Welke smaak bevalt je het best?
1) Vanille, bloesem, boterbabbelaars
2) Koffie, cake, toffee

Als je kunt kiezen in de sterkte van whisky, wat kies je dan?
3) Zacht van smaak
4) Wat stevigere smaak, meer 'bite' en wat intensere houttonen

Welke whisky van de proeverij beviel je het best?
5) Deanston op basis van Amerikaans eiken
6) Deanston op basis van Europees eiken

Ik heb de combinatie 245 aangekruist. Voor mijn Bushmills kreeg ik 4 stokjes: 1 x Europees eiken Sherry, 2 x Amerikaans eiken Naturel en 1 x Amerikaans eiken Port. Deze moeten 12 dagen in de fles en daarna nog 7 dagen "huwen".




Eerst het kleine flesje vullen en dan de stokjes er in. Thuis regelmatig de fles schudden en keren zodat de whisky goed met het hout in contact komt en om wat lucht er aan toe te voegen. Na een dag of wat is de whisky al een stuk donkerder van kleur geworden en de geur is ook merkbaar anders geworden.

Na 12 dagen regelmatig schudden en keren van de fles mogen de stokjes er dan eindelijk uit. Er zat behoorlijk wat houtskool in de fles wat ik er uit wilde filteren. In een Blackadder Raw Cask zit ook houtskool maar toch... Dus aan de gang met een theezeefje, een maatbeker en een koffiefilter. Langdurig proces want zo snel loopt zo'n filter niet door. En wat bleef er een ongelooflijke hoeveelheid houtskool achter in het filter!




Daarna de stokjes uit de fles peuteren en de whisky weer terug in de fles gieten, en weer een week wachten...

En dan eindelijk de laatste stap: proeven!
Visueel: kleur is een stuk donkerder dan het origineel, roder.
Neus: Kruidig, beetje rook (als in houtskool) scherp en peperig.
Smaak: Erg kruidig, peperig, scherpe nasmaak. Smaak is sterk veranderd, het zoete van het origineel is helemaal weg.
Conclusie: is het beter? Mwah, ik zou zeggen: nee. Anders ja, maar beter nee. Het origineel krijgt van mij 75 punten, de 'gewonderstickte' versie 70. Toch zou je een heel slechte whisky hiermee kunnen 'oppimpen'. Maar van een redelijk goede wordt het niet beter. Leuk experiment, dat wel.





zaterdag 30 mei 2015

Proeverij Zeewijck 20-05-2015: Wemyss Malts by Ginny Boswell

Een proeverij van slijterij Zeewijck in samenwerking met Whisky Import Nederland. Een en ander in het kader van het 10-jarig bestaan van Zeewijck en het feit dat ze de Wemyss ("Weems") malts in de winkelselectie opnemen.
De locatie was de altijd gezellige Oma's Kamer van Café Middeloo, en met circa 50 personen tot de nok gevuld.


Het hele gebeuren werd gepresenteerd door de'brand-ambassador' van Wemyss, de lieftallige Ginny Boswell.


Gelukkig is haar Lowlands-Schotse accent redelijk goed verstaanbaar en zodra de glazen ingeschonken zijn gaan we van start. We krijgen een uitleg over de onstaansgeschiedenis van Wemyss. De familie woont al eeuwen op Wemyss castle, iets boven Edinburgh aan de oost-kust van Schotland. Een jaar of tien geleden besloten ze om 'iets' is de whisky te gaan doen. Wemyss werd een onafhankelijke bottelaar.

De eerste whisky die we proeven is een blend, een "premium" blend met een klein graanwhisky gehalte, toegevoegde kleuring: The Lord Elch Premium Blend, 40%. 
Een prima blend; niet te zoet, wat kenmerkend is voor blends met weinig graan-content. Geen hoogvlieger maar met een goede prijs (ca. € 25,-) -kwaliteit verhouding een goed alternatief.



De tweede is een whisky die ik al heel lang op mijn wishlist had staan: The Velvet Fig. Wemyss heeft als kenmerk dat ze de smaak van de whisky in de naam laten terugkomen, in plaats van de naam van de distillery een prominente plaats geven. Echter, deze is een zogenaamde 'malt-blend', dat wil zeggen een blend gemaakt van 100% malt-whiskies. Deze Velvet Fig bevat veel sherry-invloeden, heerlijk qua smaak en met 46% krachtig genoeg. Het is een eenmalige versie die langzamerhand uitverkocht raakt en ik had de hoop al opgegeven er ooit één van te bemachtigen maar dat is nu toch gelukt. En ondanks aandringen wilde Ginny niet vertellen welke malts hierin verwerkt waren.


En dan komen we eindelijk in de single-malts terecht: The Rhuharb Royale (Benrinnes), 2001, 13yo, 46%. Deze zou, gezien de naam, lichtjes naar rabarber moeten smaken of ruiken. Ik heb het er niet uitgehaald. Ik vond deze sowieso iets minder dan de Velvet Fig.



De volgende is afkomstig van de Aberfeldy Distillery en heeft de geheimzinnige naam: Toffee Tuile. Op 46%, 15yo en gedistilleerd in 1999. De toffee viel wel mee, niet erg zoet, goede whisky maar ik zou er geen moord voor doen.



Na een korte pauze met hapjes (ossenworst en single-kaas) trappen we wwer af met een Highlander: Cayenne Cocoa Bean (Clynelish) 1997, 17yo, 46%. Erg lekker deze, typische Clynelish, beetje ziltig, prettig scherp en krachtig. Toppertje!




De laatste twee zijn turfbommetjes, te beginnen met The Peat Chimney. Een 12 jaar oude blended malt op 40%. Er is ook een 8 jaar oude versie. De naam is een beetje misleidend, er zit wel een beetje rook/turf in de neus, maar in de smaak valt dit wat weg. Mooie blend wel dit.




De laatste van de avond is weer een single malt, een Bowmore, 17yo, 46% 1996 en genaamd Aniseed Pastille. Je moet het allemaal maar verzinnen! Prima whisky maar een stukje boven de € 100,-, voor mij te veel.

Aan het einde van de avond onthulde Ginny dan Wemyss bezig is geweest om zelf een distilleerderij te bouwen en dat deze inmiddels in bedrijf is. Kingsbarns Distillery heet deze.

Richard "Mr. Zeewijck" keek toe en zag dat het goed was.

donderdag 12 maart 2015

Sigaren workshop door Ria Bos, proeverij rum en whisky, 8-03-2015



De workshop werd gegeven door Ria Bos, één van de weinige sigarenmakers in Europa die een sigaar met de hand kan maken zeker de enige vrouw die dit ambacht nog beheerst! Uiteraard is Ria afkomstig uit de regio Kampen, om precies te zijn IJsselmuiden. Ze is haar carrière begonnen bij Oud Kampen (later Ritmeester) om via Olifant als zelfstandige verder te gaan, mede ingegeven door de strenge wetgeving omtrent reclame van rookwaren.



Eerst kregen we het verschil uitgelegd tussen long-fillers en short-fillers. Bij een long-filler bestaat het binnenwerk van de sigaar uit hele tabaksbladeren, bij een short-filler bestaat het binnenwerk uit korte stukjes, als een soort shag. Dit is ontstaan doordat vroeger, in het VOC-tijdperk, de bladeren vanuit Nederlands-Indië per schip naar Nederland getransporteerd werden. Door het rollen van het schip braken de droge bladeren in kleine stukjes. De vochtige bladeren bleven heel zodat hier het omblad van gemaakt kon worden. Short-fillers zijn eigenlijk uit noodzaak ontstaan.




De workshop beslaat het maken van een longfiller. De eerste handeling is het strippen van de bladeren, dit wil zeggen: de harde kern eruit halen. In deze kern zit het grootste deel van de nicotine in een tabaksblad. Door het blad met de punt naar beneden te houden kun je iets boven het midden een scheurtje in de kern maken en dan naar beneden trekken, bij een vochtig blad trek je dan in één keer de kern eruit. Tien tot vijftien bladeren zijn nodig voor een (flinke) sigaar.



Vervolgens vouw je de bladeren harmonica-gewijs op tot de gewenste omvang bereikt is. Vervolgens rol je er diagonaal een blad omheen (goed strak) en lijm je deze met arabische gom vast. De puntjes van het binnenwerk knip je er van af, in één keer met het omblad met een speciale knipper.





Vervolgens voel je aan de sigaar welke kant het stevigst is, dit wordt dan de mondzijde, de zachte kant moet de vuurzijde worden omdat deze het eerst verdwijnt (letterlijk in rook opgaat). Dan gaat er een tweede omblad omheen, beginnend met de vuurzijde, ook weer diagonaal en zo glad en strak mogelijk. Het uiteinde weer met arabische gom lijmen en in een puntje draaien.

Close..., but no Cigar!


Dan moet de vuurzijde recht afgeknipt worden en het puntje aan de mondzijde ingekort worden, hier lijm je dan een rondje uit een tabaksblad overheen en klaar is de sigaar! Bijna dan.




Voor een goed eindresultaat moet de sigaar eerst ongeveer een week drogen. Om in een later stadium op te roken moet deze in een Humidor bewaard worden.

Als je het zo opschrijft lijkt het heel makkelijk maar in de praktijk valt het flink tegen. Het begint al met het strippen van de bladeren; als ze te droog zijn scheuren ze heel makkelijk. Dan het vouwen, het valt niet mee om een mooi compact pakketje te maken. En dan het rollen… het omblad scheurt echt heel makkelijk, en doe je te voorzichtig dan wordt de sigaar niet stevig genoeg. Voordeel van zo’n workshop is dat je nu wel snapt waarom (grotere) sigaren zo duur zijn. Experts (zoals Ria) maken er één per twee minuten, wij waren er een hele middag mee zoet!


En ondertussen werd er door Richard ook het nodige lekkers geschonken. Eerst drie keer een rum, te beginnen met een Legendario Elixer. Erg zoet en stevig van smaak. Geen doordrinker maar meer één voor na het eten. Of voor bij een sigaar.


De volgende was een Mount Gay XO, minder zoet en meer een traditionele donkere rum. Minder uitgesproken dan de eerste.

De laatste rum was een Cubaan: Brugal 1888 Edicion Limitada, ook weer wat meer traditioneel, erg zoet en lekker kruidig.

Na de pauze kregen we drie whiskies te proeven. Te beginnen met The Corriemhor Cigar Reserve. Erg zoete single malt met veel sherry invloeden. Dit zoetige past erg goed bij een sigaar.

Daarna werd de Dalmore Cigar malt geserveerd. Mooie whisky speciaal door Richard "The Nose" Patterson gecreëerd om bij een sigaar op te drinken. Veel sherry invloeden weer.



De laatste is wat afwijkend; Bowmore Small Batch bourbon cask. Beetje rokerig uiteraard, vanille uit de bourboncask gaat ook goed samen met een sigaar. Na de zoete rums en sherry-bommen is dit erg verfrissend.

Al met al een erg leuke workshop. Met een aantal heren van een club die al flink hadden zitten innemen en een dame die een workshop sigaren maken geeft liggen de dubbelzinnige opmerkingen voor de hand (“ik kom zo bij je om te kijken of je sigaar niet te slap is…”) enzovoort. Sommigen hadden zo’n enorme sigaar gemaakt, echt niet normaal! Met één van ø 2,5cm en lang 16,5cm. heb ik het nog bescheiden gehouden, maar eigenlijk gaat het nergens over, dit formaat…







zaterdag 21 februari 2015

Proeverij KCWS 20-02-2015: "Kantelen & Knagen" door Dennis Mulder

Kantelen & Knagen a.k.a. Whisky Bites.



Een bijzondere proeverij dit; het gaat niet zozeer om de whiskies maar om de combinatie van smaken. De whiskies zijn op zich niet zo heel bijzonder, een selectie uit de Diageo classic malts reeks:


Deze selectie staat voor de doorsnede aan (basis-)smaken die over het algemeen in whisky voorkomen, nuances zijn er natuurlijk altijd.




Op de tafels staan zestien hapjes die de (basis-)smaken in eten vertegenwoordigen:
- pepernoten
- groene olijven
- wasabinoten
- oude kaas
- hamkaas chips
- jonge kaas
- mosterdkaas
- gezouten vlinders
- pure chocolade
- melk chocolade
- witte chocolade
- chorizoworst
- worst met rozemarijn
- harde worst
- pepermunt
- pinda's






Onder leiding van Dennis Mulder (brand ambassador bij Diageo - marktleider in de drankenwereld - samen met Ronald Anneveldt de drijvende kracht achter Whiskywijzer en daarnaast ook nog werkzaam buiten de drankenwereld als mede-eigenaar/trainer bij Demilise) gaan we deze smaken combineren. Zes maal zestien geeft 96 combinaties en 16 kleine slokjes uit een proefmaatje (2cl.) whisky; dat gaat niet lukken!



Gelukkig krijgen we wel wat begeleiding. De eerst combinatie is pepermunt met Talisker. Neem een pepermuntje, laat deze smelten op je tong en neem dan een slokje Talisker. Heel bijzonder; de rokerigheid verdwijnt bijna volledig!



Meteen een tip over hoe dit in de praktijk te brengen: neem een meloen en maak daar met een appelboor een gaatje in, giet hier een goed rokerige whisky in (bijv. een Caol Ila) en laat een nachtje staan. Snij de volgende dag de meloen in partjes en steek er een prikker in met een blaadje verse munt.



Een andere combinatie die niet goed werkt is pepernoot met Knockando, de whisky wordt heel bitter, met de Tailfire is dit al veel minder.



Wat we ook leren is dat de hapjes niet te vet moeten zijn, anders pakt een combinatie niet goed uit. Witte chocolade of jonge kaas gaan dus niet goed samen met whisky. De veertien overige smaken werken meer of minder smaakversterkend. Goede combinatie is bijvoorbeeld bittere (pure) chocolade met een fruitige whisky. De bitterheid verdwijnt en je proeft veel meer van de chocolade.
Een andere combinatie die goed uitpakt is oude kaas met een rokerige whisky als bijv. de Talisker of een Lagavulin.(Op een bord een dram Lagavulin uitschenken en daar oude kaas overheen verkruimelen en en tijdje in laten trekken.)



Wat ook goed gaat is bittere chocolade met een ziltige whisky. Zout heft bitterheid op.

Om te leren om geuren te herkennen gebruiken sommeliers soms een set met 50 geuren, deze zitten in kleine flesjes. Dennis had ook zo'n set meegenomen en er gingen een paar keer wat flesjes rond om geuren te herkennen. In de eerste ronde zat de geur van geroosterd brood, de meeste van onze tafel zaten wel in de rokerige hoek maar het brood werd door niemand herkend. Als je eenmaal weet wat het is, dan herken je het wel. De tweede was makkelijker: framboos, en dit werd dan ook door iedereen genoemd.




Veel combinaties heb ik niet uit kunnen proberen of gaven een te weinig bijzondere uitkomst. De anekdotes van Dennis waren geweldig leuk om aan te horen. Erg leuke en leerzame avond!