vrijdag 16 november 2012

Distillery bezoek #8: Laphroaig


De laatste op ons programma op Islay is Laphroaig Distillery. 
De ontvangst hier is erg hartelijk, we zijn amper binnen of we krijgen al een dram naar keuze aangeboden. We zijn allebei ‘FoL’ (Friends of Laphroaig) en daarmee ‘eigenaar’ van een stukje grond va. 30x30cm, de rente hiervan ontvangen we als een miniflesje Quartercask en een certificaat.

We gaan hier de tour doen en als eerste gaat deze naar de moutvloer. Laphroaig is één van de weinige distilleerderijen in Schotland die zelf de gerst mout, voor een deel althans want het overgrote deel komt rechtstreeks van de Port Ellen Maltings. De uitleg die erbij gegeven wordt is dat de gerst die ze zelf mouten een hoger ppm gehalte aan fenol heeft dan de gerst die van de Maltings komt. De eerste vloer waar we komen is de gerst nog erg nat, een verdieping lager is al goed te zien dat de korrels beginnen te ontkiemen. Deze gerst is dan ook zover dat het de oven (kiln) in kan.
De moutvloer.

De hark ligt er alleen voor de foto. Het keren van de gerst gebeurt met een machientje.



Deze gerst kan de kiln in.

We mogen ook een kijkje in de twee kilns, de ene is nog leeg maar in de andere is het warm en ligt de gerst lekker te roken bij een temperatuur van ca. 20°C. Na een paar uur met turf gestookt te zijn wordt er met kolen gestookt en gaat de temperatuur omhoog naar ca. 50°C. Bij het stoken met turf wordt met opzet de temperatuur laag gehouden om zoveel mogelijk rook in de gerstkorrel te laten trekken.
Weer een verdieping lager komen we bij de ovens zelf, de turf ligt hier hoog opgestapeld. We hebben de velden al gezien waar deze gestoken wordt, opmerkelijk is wel dat de turf geen geur heeft, pas bij het verbranden geeft het de typische geur af.
In de klin.
Gerst in de kiln bij een temperatuur van ca. 20gr. C.

Turf voor de oven.

Ovendeur.
Droog is de turf vrijwel reukloos.

Na de ovens gaan we naar de ruimtes waar het beslag (mash) gemaakt wordt en ook hier krijgen we uit een klein plastic bekertje de mash te proeven. Bij Bruichladdich smaakte dit al niet heel erg lekker maar doordat er bij Laphroaig geturfde mout gebruikt wordt smaakt het naar mijn mening heel erg vies.
Dan naar de ketels, deze staan in een apart gebouw. Het zal wel een oorsprong hebben maar qua logistiek zit deze destilleerderij niet erg logisch in elkaar. Bij Laphroaig staan maar liefst zeven stills opgesteld; drie washstills en vier spiritstills. In totaal een oneven aantal dus en dat is een beetje vreemd, normaal is het twee aan twee. Ook hier mogen we even van de new spirit proeven.
RVS washbacks.

Kleine proefglaasjes wash.

Spannend...

BAH!
Zeven stills van Laphroaig.
Drie washstills met rode accenten en vier spiritstills met zwarte accenten,.

Spiritsafe.



Spitit stroomt uit de still.


Daarna gaan we naar de fillingstore waar de vaten gevuld worden. Hier krijgen we uitleg over de verschillende typen en afmetingen van de vaten. Wat mij opviel is dat de zogenaamde quartercask een stuk groter is dan ik had gedacht. Deze hebben dezelfde hoogte als een bourbonbarrel, alleen de diameter is iets kleiner.
De kiln aan de buitenkant.

Verschillende maten en soorten vaten.
Vooraan de quartercask, in het midden een gewone bourbonbarrel.

Na de fillingstore mogen we nog een kijkje nemen in één van de warehouses en komen we uiteindelijk weer in het visitorcenter terecht waar we weer een glaasje mogen proeven. Als we zeggen dat we op de motor zijn en nog moeten rijden krijgen we een miniflesje mee om later te proeven. In het visitorcenter in een museum ingericht waar diverse zaken uit de geschiedenis van Laphroaig tentoongesteld staan. Erg leuk!
Ook creativiteit bij Laphroaig.



Al met al vond ik deze tour bij Laphroaig erg leuk, doordat ze zelf ook de gerst mouten krijg je een mooi beeld van het gehele proces en ook de ontvangst is hier erg hartelijk, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Highland Park en Bowmore waar je de indruk krijgt dat het toch wel erg om de commercie gaat.

2 opmerkingen:

  1. Martijn, wat is het verschil tussen een washstill en een spiritstill?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. In principe zijn ze gelijk, maar vaak zijn de washstills groter. Sommige distilleerderijen gebruiken een oude spiritstill voor de wash.
    Kwestie van praktisch gebruik: anders moeten de stills tussendoor steeds goed schoon gemaakt worden. Door steeds dezelfe still voor de spirit te gebruiken ontstaat er minder vervuiling in het eindproduct.

    BeantwoordenVerwijderen