Aberlour is één van de eerste whisky’s die ik als single
malt gedronken heb en naar mijn mening zijn ze met hun a’bunadh serie echt in
de eredivisie van whiskyproducenten terecht gekomen. We hebben hier een tour
geboekt, de zogenaamde Warehouse no. 1 tour, inclusief een proeverij dus het is
maar goed dat we onze motoren gestald hebben.
Het is niet druk voor onze tour, wij tweeën en een Oekraïens
echtpaar met volwassen dochter die voor de vertaling moet zorgen zijn de enige
bezoekers vandaag. Op deze dag is het bedrijf al gesloten voor de zomerstop en
mogen we overal foto’s maken. Waarom er dan geen foto’s gemaakt mogen worden
als het bedrijf in productie is wordt ons niet duidelijk.
De Aberlour distillery ligt in het hart van de Speyside
regio, op de plaats waar de rivieren Spey en de Lour samenkomen en is officieel
opgericht in 1879 door James Fleming. Het water dat gebruikt wordt komt niet
van deze riviertjes maar van een bron op de dichtbijgelegen berg Ben Rinnes.
Gids Claire legt de werking van de maltmill uit. |
Aangezien Aberlour niet zelf de gerst mout, beginnen we de
tour bij de maltmill. Hierin wordt de gemoute gerst gemalen en daarna met water
vermengd waarna het in de mash tun gaat. Het water gaat dan met de suikers naar
de washbacks waarna er gist wordt toegevoegd. Deze washbacks zijn bij Aberlour
van RVS en we krijgen dan ook een heel verhaal te horen wat de voordelen
hiervan zijn ten opzichte van houten washbacks.
RVS washbacks bij Aberlour. |
De binnenkant van de washback. |
Vervolgens naar het ‘hart’ van het bedrijf: de stills. Vier
stuks staan er bij Aberlour opgesteld; 2 washstills en 2 spiritstills. We
krijgen uitleg over de spiritsafe en de wijze waarop het personeel opgeleid
wordt. Aberlour is onderdeel van de Chivas-groep en voordat het personeel in de
Aberlour distillery mag werken, moeten ze eerst een tijdje meegedraaid hebben
bij Glentauchers waar blijkbaar nog op een meer traditionele manier gewerkt
wordt.
Vier stills, de washstills hebben zwarte accenten, de twee spiritstills in het midden hebben rode accenten. |
Ik kan het toch niet laten om ff aan de knoppen van de spiritsafe te zitten. |
Uiteindelijk worden we dan naar het warehouse geleid waar de
gevulde vaten liggen te rijpen. Op een paar tafeltjes staan glaasjes opgesteld
en we krijgen new- spirit te proeven en een handvol whisky’s. Eén ervan is een
standaard 10 jaar oude speciaal voor de Franse markt. Frankrijk is blijkbaar de
grootste afzetmarkt voor Aberlour en als ‘beloning’ hiervoor brengt Aberlour
een ‘speciale’ versie uit. Het verschil is dat deze na 10 jaar nog een half
jaar in sherryvaten gefinished wordt en gebotteld op 43% in plaats van 40%.
Claire opent het warehouse. |
We krijgen ook het verhaal te horen achter de a’bunadh van
Aberlour: bij het verbouwen van het stillhouse heeft men een oude fles gevonden
die samen met een krant uit 1898(!). De a’bunadh is, zeg maar, de replica van
deze oude fles. Het kenmerk van Aberlour whisky is het gebruik van veel in sherryvaten
gerijpte whisky, gemiddeld tussen 25-50% wat meer is dan gebruikelijk. De
a’bunadh bestaat zelfs voor 100% uit op sherryvaten gerijpte whisky.
De proefglaasjes staan klaar. |
Als slotstuk van deze tour biedt Aberlour de mogelijkheid om
zelf een fles te vullen, hiervoor staan 2 vaten opgesteld, één bourboncask en
een sherrycask. Ik kies voor de sherry, omdat dat het meest aansluit bij het
kenmerk van deze distillery. Flesje vullen, kurk erop, zelf etiket invullen en
plakken en uiteindelijk mijn naam en flesnummer in het grote boek schrijven.
Mooi kistje om de fles en dan afrekenen
in de shop. Gelukkig heb ik ruimte gelaten in de motorkoffers…
Zelf je eigen fles afvullen. |
Kurk erop en sealen. |
Etiket invullen. |
Sherry cask no. 3564, bottle no. 265. Filled into cask: 21/11/95 |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten